Bij een tethered cord is het ruggenmerg vast komen te zitten door afwijkend weefsel, deze verkleving wordt ook wel ‘kluistering’ genoemd. Het ruggenmerg kan daardoor niet meer goed schuiven, wat noodzakelijk is bij bijvoorbeeld het buigen van de rug. Bij een spina bifida aperta is het ruggenmerg meestal vastgegroeid in het oude operatielitteken.
Bij een spina bifida occulta kan het ruggenmerg vastzitten in bijvoorbeeld vetweefsel of bindweefsel.
Symptomen
Omdat het ruggenmerg onder spanning staat, raakt het minder goed doorbloed, waardoor kleine beschadigingen in het ruggenmerg ontstaan. Door deze beschadigingen kunnen uitvalsverschijnselen optreden. Dit kan zich uiten in toenemende loopklachten, krachtverlies, afwijkingen aan de rug en de stand van de voeten, gevoelsstoornissen, huidafwijkingen, incontinentie, pijn en stijfheid in de rug. We spreken dan van een symptomatische tethered cord of tethered cord syndroom.
Onderzoek en vaststelling
De diagnostiek vindt plaats met een MRI scan. Aangezien een laagstaand dan wel vastzittend ruggenmerg bij vrijwel alle patiënten met Spina Bifida gezien wordt, is de indicatiestelling tot operatie zeer moeilijk en het resultaat van een ingreep niet goed voorspelbaar. Na operatie kunnen gemakkelijk nieuwe verklevingen ontstaan, zodat van te voren meestal bepaald wordt of de voordelen van de operatie opwegen tegen de nadelen.
Operatie
Wanneer het ruggenmerg niet vrij ligt, wordt de opstijging tijdens de groei verhinderd. Bij het sluiten van het defect wordt daarom het ruggenmerg gereconstrueerd en wordt ervoor gezorgd dat er voldoende ruggenmergsvlies en -vocht omheen ligt.De behandeling kan bestaan uit een operatie waarbij de chirurg het ruggemerg zal losmaken van zijn omgeving. Doel van de operatie is de achteruitgang tot stilstand te brengen. Zonder operatie zullen vaak de klachten toenemen. Soms komt het voor dat er vaker geopereerd moet worden omdat de klachten weer terugkomen.
Bron : Neurochirurgisch Centrum